Door Kees Dekker, imker van de voormalige Zonnetuin
Dankzij de gunstige weersomstandigheden kon ik begin maart op de Zonnetuin al een kijkje in de bijenvolken nemen. Het gebeurt niet vaak dat je als imker al zo vroeg in het seizoen een voorjaarsinspectie kunt doen.
Tijdens zo’n inspectie leg ik de korven voorzichtig op hun kop. Ik observeer onder andere de grootte van de volken en de kwaliteit van de raat. Omdat de onderste stukken raat tijdens de winterperiode nauwelijks gebruikt worden, kan daar schimmelvorming optreden. Deze stukken raat haal ik weg, bij wijze van voorjaarsschoonmaak. De bijen krijgen daardoor de gelegenheid om nieuwe raat te bouwen. Dit heeft een positieve uitwerking op het volk. Bijen communiceren vooral via trillingen en geuren. Nieuwe raat geeft deze trillingen en geuren beter door dan oude, al gebruikte raat.
De weggesneden stukken raat bewaar ik. Deze gaan komende zomer in de zonnewassmelter om de was eruit te laten smelten. Van deze was maken we in de winter weer kaarsen, en af en toe een potje bijenwaszalf.
Ook eventueel nog aanwezige onderranden haal ik van de korven. Een onderrand kun je in het zomerseizoen plaatsen om een volk meer ruimte te geven. Na de winter heeft een volk juist behoefte aan een kleinere, knussere ruimte en is het dus beter om de onderranden te verwijderen.
De drie uitgewinterde volken op de Zonnetuin ontwikkelen zich voorspoedig, mede door het fraaie voorjaarsweer. Als deze weersomstandigheden aanhouden, verwacht ik dat eind april de eerste zwermen af zullen komen. Ik hoop dit seizoen een zwerm te kunnen huisvesten in de uitgeholde stam van een es. De es is bij uitstek de boom die de verbinding tussen het aardse en het kosmische tot stand kan brengen. Eigenlijk precies wat de bijen ook doen: het aardse en het kosmische verbinden tijdens hun bloembezoek. Ik ben erg benieuwd hoe de bijen zich zullen ontwikkelen in zo’n essenstam.