Door Kees Dekker, imker van de Zonnetuin
Eind oktober heb ik samen met Guurtje een lezing mogen verzorgen op de Kraaybeekerhof. Het thema van die avond was ‘werken op het juiste moment’. Ik heb verteld hoe ik bij het verzorgen van de bijen rekening houd met de juiste constellaties, en wat mijn ervaringen daarbij zijn.
In principe verricht ik zo min mogelijk handelingen in de bijenvolken. Gezonde volken functioneren namelijk het best als ze met rust gelaten worden. Om te weten hoe het de bijen vergaat is het ook niet nodig om in de korven te kijken. Door regelmatig bij de bijenstal de volken goed te observeren kom ik heel veel aan de weet. De manier van aan- en uitvliegen, de activiteiten bij het vlieggat, de aan- of afwezigheid van dode bijen en wasplaatjes bij de korven – dit alles zegt veel over wat er in de korven gebeurt.
Soms kies ik er toch voor om even in een korf te kijken. Door de korf voorzichtig op te pakken en op z’n kop te zetten kan ik zien wat er ín de korf gebeurt. Het oppakken van een korf doe ik niet zomaar. Elke handeling aan een korf of volk geeft namelijk een verstoring, met een reactie van de bijen als gevolg. Door deze handelingen tijdens een juiste constellatie te verrichten verstoor je niets, maar is het mogelijk om de volken in hun natuurlijke ontwikkeling juist te ondersteunen.
Om een voorbeeld te noemen: normaal gesproken ontwikkelt een bijenvolk zich het sterkst in april-mei, als de Zon in Ram staat. Door in die periode bij Maan in een aardeteken in de korf te kijken, krijg ik niet alleen een indruk van de activiteiten van het volk, maar geef ik het ook een impuls mee om extra raat te bouwen (de raat is het enige aardse element in de bijenkorf). Op deze manier ondersteun ik de natuurlijke bouwdrift in deze periode.
Een ander voorbeeld: je kunt aan de manier waarop de bijen vliegen zien of er veel dracht is – dat wil zeggen, of er veel stuifmeel en nectar te halen valt. Door in zo’n periode de korf even op te tillen als de Maan in een vuurteken staat, geef ik het volk een extra impuls mee, zodat ze deze drachtperiode optimaal kunnen benutten. Als er voldoende dracht is, kun je ook de groei van het volk positief beïnvloeden door de korf even op te tillen bij Maan in een luchtteken.
Hoe het werken op de verschillende constellaties doorwerkt in de bijenvolken heb ik goed kunnen merken aan de verschillende korven waarin de bijen gehuisvest zijn. Bij de eerste korven die ik zelf maakte heb ik nog niet gelet op de juiste momenten. De laatste jaren vlecht ik de korven alleen nog maar op vrucht- of bloemdagen, het liefst als zowel Zon als Maan in een vuurteken staat. Ik gebruik daarbij roggestro van eigen oogst, dat ook op de juiste momenten (vruchtdagen) gezaaid, geoogst en verwerkt is. Bijen zijn namelijk zonnedieren, die nauw verbonden zijn met de engelen van de Zon, de Elohim. Zij hebben behoefte aan een natuurlijke behuizing waarin het warmte-element overheerst. De volken die zijn gehuisvest in korven die gevlochten zijn tijdens de juiste constellaties, blijken zich duidelijk beter te ontwikkelen. Een volk dat woont in een korf van pijpenstrootje (een grassoort, waarin het waterelement sterk is vertegenwoordigd) blijft juist achter in zijn ontwikkeling. De beste ontwikkeling zie ik bij de volken die wonen in de korven die gemaakt zijn tijdens de Heilige Nachten-periode. Het moge duidelijk zijn wat ik in de komende Heilige Nachten-periode zal gaan doen…